Clovis Dubuisson werd geboren in 1858 en overleed in 1939. Hij was een echte held.
Clovis was een moedig en helfhaftig man, die tot twee keer toe zijn eigen leven op het spel zetten om anderen te redden. Samen met zijn echtgenote Aline had hij vier kinderen.
Op het moment dat Clovis en Aline de brouwerij willen overnemen, staat het gebouw letterlijk op instorten. Het koppel blijft echter niet bij de pakken neerzitten en investeert in 1903 volop in nieuw materiaal. Clovis en Aline zijn zelf ook zeer nauw betrokken bij de dagelijkse werking van de brouwerij en krijgen het bedrijf op die manier terug op de rails.
Het lot is hen echter niet gunstig gezind. Door het uitbreken van de oorlog valt de productie in augustus 1914 sterk terug. Op vraag van de bezetter worden de brouwactiviteiten zelfs volledig stopgezet gedurende vijf maanden in 1915. Wanneer de Duitse autoriteiten op 13 augustus 1917 alle koper opeisen, lijkt dit de genadeslag te worden voor Clovis. Hij aarzelt echter geen seconde en haalt alle koper uit de leidingen. Clovis begraaft alles in een put en de vijver op het domein van het kasteel van Ghyssegnies. Een hartverscheurend moment want Clovis ziet zijn nieuwe investeringen als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Deze tegenslag is echter pas het begin van de ellende. Clovis wordt na de oorlog door de staat gecompenseerd voor de geleden verliezen, maar het bedrag is in zijn ogen niet meer dan een aalmoes en hij voelt zich in zijn eer gekrenkt. Om het bedrijf te redden, ziet Clovis zich in 1923 genoodzaakt om een aantal cafés en eigendommen te verkopen. Op die manier kan hij de brouwerij redden en de erfenis doorgeven aan zijn zonen: Amédée et Alfred.